De strijd tussen carnaval en vasten
29 september 2012
"Omtrent het regime van Bart De Wever
Sinds het N-VA hoofdkwartier het bericht verspreidde dat de Pronokal®-kuur van Bart De Wever in generlei opzicht iets te maken heeft met de huidige verkiezingscampagne, ben ik me speciaal gaan interesseren in de relatie tussen politiek en diëtisme. Uiteraard interesseert een gezonde levensstijl ons allemaal, en wordt er sinds het lichtend voorbeeld van Michèle Obama terecht veel meer her en der in moestuintjes geharkt dan voorheen. Maar de analogie tussen de exponentiële N-VA-opmars en de hype rond het drastische proteïnedieet van haar voorzitter noopt tot een paar kritische kanttekeningen.
Wat fascineert de modale Vlaming, modderend in die fameuze “centrumrechtse onderstroom”, aan een politicus die 50 kg afvalt in zes maanden tijd, en zich via een pillenhandel à 9 Euro per dag transformeert van een gezellige dikkerd tot een streng ogende filister? En… wat is de dieperliggende boodschap achter een bestseller die alle Vlamingen aanraadt om dit lichtend voorbeeld te volgen? Een paar denkpistes.
De dieetpionier als martelaar en profeet
De voortdurende nadruk die in de BDW-propaganda gelegd wordt op wilskracht en karaktersterkte (“Nil Volentibus Arduum”), maken het zgn. crashdieet tot een haast religieuze oefening in de zelfpijniging. Daarbij horen uiteraard ook atletische performances zoals de Antwerpse Ten Miles, met een hijgende De Wever aan de aankomst, die zich als een nieuwsoortige Caesar de toga laat omgorden, opschrift zie hoger.
We krijgen zo niet alleen een fysieke hermodellering, maar ook een mentale imago-verschuiving, van (ronde) levensgenieter naar (taaie) fundamentalist.Of, voor de kenners: van het pyknische type naar het leptosome. Dit laatste is een absolute voorwaarde om als leider ernstig te worden genomen: dikzakken zijn out.
Immers, maakten de Bourgondische frituurverhalen de N-VA-voorzitter eerst sympathiek en volks, ze begonnen zich naderhand tegen hem te keren. Op radicale 11-juli-vieringen werd hij weggezet als een karakterloze moppentapper en een Lamme Goedzak (zware belediging binnen de Vlaamse beweging). Het crashdieet is daarop een doeltreffende repliek: de face-lift is wel degelijk iconisch. Meteen vragen alle observatoren zich af of deze metamorfose Vlaanderen een nieuwe leidersfiguur oplevert, los van de piekende peilingen.
Het zou uiteraard flauw zijn om een Hitlersnorretje te tekenen op het uitgebeende gezicht van de new De Wever. Toch zal men onder de hardhandige wereldverbeteraars nooit een papzak aantreffen. De benige fysionomie van Robbespierre, Hitler, Verhofstadt, en nog een pak andere ongezellige lieden, om nog niet te spreken van Jezus en Mohammed, verraden een fanatiek-visionaire mind map, die via een lange weg door de woestijn gestalte heeft kregen. De strijd maakt de sterke sterker. Dat is de teneur van “Mein Kampf”, het is ook de boodschap van “Het regime van Bart De Wever”,- alle verdere overeenkomsten zijn toevallig.
Het vasten creëert echter niet alleen een charismatisch lichaam, maar zorgt ook voor een “visionaire” input. In de welbekende woestijngodsdiensten zoals het christendom en de islam hongert en dorst de profeet om te hallucineren en “boodschappen” van hogerhand te ontvangen. Nadien worden deze visioenen geboekstaafd en de basis voor een religieuze leer, inclusief de aan de gelovigen opgelegde imitatierituelen (Vasten en Ramadan) die aan de illuminatie van de profeet herinneren. In alle wereldgodsdiensten, behalve het boeddhisme, is magerte een teken van zuiverheid en sterkte. In die zin is het politieke diëtisme zonder meer een profane variant van het religieuze martelaarschap, dat naadloos overvloeit in charismatisch leiderschap. Dat verklaart ook het pendelen tussen Calimero en Schwarzenegger: martelaar en held zijn twee facetten van één charisma.
Het diëtisme als militante soberheidsideologie
Ten tweede, legt het politiek diëtisme de basis voor een soberheidsideaal dat de middenklasse moet verzoenen met een economische laagconjunctuur. Het tekent de nieuwe tijdsgeest: het gezelligheidsicoon Steve Stevaert kon nog uitpakken met een kookboek, zijn opvolger doet het met hongerrecepten.
De crisis, die volgens recente prognoses nog zo’n tien jaar zal aanslepen, zal ook de middenklasse aantasten –dé electorale vijver van de N-VA. Om op het ongenoegen daar rond te anticiperen, moet het inkomen- en koopkrachtverlies gekoppeld worden aan een matigheidsideaal, een positief verhaal van de strijd (eerst en vooral tegen zichzelf), het weerstaan aan de verleiding, en het beleven van de Stoicijnse apàtheia of gelijkmoedigheid. In wezen is dit schatplichtig aan de burgerlijke hygiëne- en gezondheidsmoraal van de 19de eeuw, maar ook aan, nu ja, de aansporing tot tucht en harding onder het nazi-oorlogsregime: “Harte Zeiten, Harte Pflichten, Harte Herzen”.
De Wever is beslist zijn tijd vooruit met het Grote Dieetboek: binnenkort loopt Vlaanderen vol met wandelende karkassen in streepjespakken.
Armoede moet beleefd worden als een deugd. Wat eerst een marginaal OCMW-verhaal was van steuntrekkende “profiteurs”, wordt nu een algemeen krimpscenario: de zeven magere jaren komen eraan. In die optiek past het beeld niet van een charismatisch politicus die suddert in zijn eigen vet: Lamme Goedzak is geen geldig icoon meer, de tering moet naar de nering. Wat voordien vooral een vrouwenkwestie was –anorexia als gevolg van een schoonheidsideaal-, kan nu veralgemeend worden tot militante soberheidsideologie. Afgezien van de reële rantsoenering (die er nu al met de elektriciteitsbedeling zit aan te komen) en de daaraan verbonden nieuwe matigheidscultuur, moét iedereen ook vermageren om zich sociaal te handhaven. In tijden van schaarste, zoals de twee wereldoorlogen, werden dikke mensen immers gezien als “verraders” en parasieten. Het verband tussen slank en fit is tevens bepalend in het professioneel selectiemechanisme: het zijn de corpulenten die het eerst sneuvelen bij bedrijfsherstructureringen. Ze zijn ook het voorwerp van pestgedrag. In de rat race van de kwakkelende carrièremaatschappij, waar iedereen vecht voor zijn job, wordt dik geassocieerd met lui en weinig performant.
De Wever is dus beslist zijn tijd vooruit met het Grote Dieetboek: binnenkort loopt Vlaanderen vol met wandelende karkassen in streepjespakken. Het collectieve anorexiaproject bereidt ons voor op de buikriemtijd, maakt de schaarste legitiem en, fundamenteler nog, zorgt voor een nieuw disciplinair model van nauwkeurig te volgen voorschriften en verboden waaraan iedereen zich, op straffe van sociale uitsluiting, te houden heeft. Had men de Grieken een dieet kunnen verkopen, dan had Athene nooit in brand gestaan. Dat brengt ons op het derde aspect:
Het diëet als postmoderne sharia
Ik wees al op de quasi-religieuze connotatie van de charismatische politicus die als levend skelet lijdt en leidt. Zijn visionaire weg naar de waarheid moet ons, zwakkeren, tot voorbeeld strekken. Mensen verlangen naar rolmodellen en zoeken houvast: als neurotische huisdieren verwachten wij een consistent geheel van regels, ook al overtreden we ze soms. Vermoedelijk is de wens om streng gedisciplineerd te worden uiteindelijk zelfs fundamenteler dan de wens om gezond te leven. Hoe strakker de regels, hoe beter het dieet, hoe confortabeler we ons voelen. Rekkelijkheid is voor losers.
Wat het doordeweekse recht al lang niet meer kan leveren, namelijk een set van voorschriften die iedereen volgt en die alle facetten van het dagelijks leven aangaan, wordt ons via het totaaldieet eindelijk weer bezorgd. Strenge én simpele, éénduidige regels: een postmoderne, Westerse sharia kan nu haar intrede doen.
In een laatste fase kan men van een regelrechte onderwerping spreken. Het crypto-fascistisch appèl van de collectieve onthouding, in naam van de volksgezondheid, levert alle lichamen uit aan het algemeen belang. U hebt geen recht meer op uw eigen lichaam, u hebt het maar in bruikleen. Deze metapolitieke usurpatie betekent een reële vrijheidsberoving onder een nieuw-autoritair gesternte, die alle levensgenieters vogelvrij maakt.
In die optiek moet het nu maar eens uit zijn met die libertaire voedselcultuur, waarin mensen dronken of niet dronken, rookten of niet rookten, soep met of zonder balletjes aten, zich op varkensvlees of op de Mechelse koekoek gooiden, twee of drie of vijf porties namen. Het is slecht voor de openbare orde, en voor de ziekteverzekering.
De Vlaamse eetcultuur, die verkeerdelijk “Bourgondisch” wordt genoemd, was daarentegen vooral eclectisch en regelloos. Bekijk het schilderij van Pieter Brueghel “Het gevecht tussen carnaval en vasten”(1559) en merk hoe de schilder, ondanks de dwingende christelijke moraal van die tijd, de tegenstelling tussen dik en mager, carnaval en vasten, als een politiek conflict ensceneert. De controle op de maaginhoud (en meteen ook het buikgevoel) leidt tot fysieke magerte maar ook tot het opgeven van elke individuele zelfbeschikking.
We weten dus wat ons te wachten staat, wanneer een politiek leider de vasten aankondigt: na het eetvoorschrift volgen de denk- en spreekvoorschriften. Vergeet Big Brother, Pronokal of een van zijn 77 varianten komt eraan. In alle opzichten mogen we dan spreken van een geslaagde regimewissel.
Johan Sanctorum
28 reacties | - Het politiek schouwtoneel, - Politiek incorrect | Permalink
Geplaatst door Visionair België
Geplaatst door Visionair België